الإمام البخاري
Imam al-Boekharie (V)

Biografie van de auteur

Imam al-Boekharie (V) staat bekend als de Amier al-Moe'minien (Leider van de Gelovigen) in de hadieth. Zijn genealogie is als volgt: Aboe Abdillah Moehammad Ibn Ismaa’iel Ibn Ibraahiem Ibn al-Moeghierah Ibn Bardizbah al-Boekharie. Zijn vader Ismaa’iel was een bekende en beroemde moehaddith in zijn tijd en was gezegend met de kans om in het gezelschap te zijn van Imam Maalik, Hammaad Ibn Zayd en Abdoellah Ibn al-Moebarak (X).

Imam al-Boekharie werd geboren op de dag van Joemoe’ah (vrijdag) de 13de  van Shawwaal, 194 NH. Zijn vader stierf toen hij nog jong was. Op zestienjarige leeftijd, nadat hij de samengestelde boeken van Imam Wakie’ en Abdoellah Ibn al-Moebarak uit zijn hoofd had geleerd, verrichtte hij de hadj met zijn oudere broer en moeder. Na de voltooiing van de hadj bleef hij nog twee jaar in Mekka en toen hij de leeftijd van achttien jaar had bereikt, ging hij naar Medina, waar hij o.a. zijn bekende werk “at-Taariekh al-Kabier” samenstelde. Imam al-Boekharie reisde ook naar andere belangrijke steden van op zoek naar kennis, zoals Syrië, Egypte, Koefah, Basrah en Bagdad.

Imam al-Boekharie begon voor het eerst te luisteren en ahadieth (overleveringen) te leren in het jaar 205 NH., en nadat hij had geprofiteerd van de geleerden van zijn stad, begon hij met zijn reizen in 210 NH. Zijn vermogen om te memoriseren was uniek; nadat hij een hadieth eenmaal had gehoord, kon hij deze uit het hoofd herhalen. Toen hij nog een kind was kende hij al 2.000 overleveringen uit het hoofd.

Er zijn een aantal boeken samengesteld door Imam al-Boekharie. Zijn Sahieh wordt beschouwd als de hoogste autoriteit als het gaat om hadieth verzamelingen. Hij noemde dit boek “Al-Jaami’ al-Moesnad as-Sahieh al-Moekhtasar min Oemoeri Rasoeloellahi G wa Soenanihi wa Ayyaamih.” Nadat hij klaar was, liet hij het manuscript ter goedkeuring zien aan zijn leraren Imam Ahmad ibn Hanbal (V), vervolgens Ibn al-Madienie (V) en ten slotte Ibn Ma’ien (V). Er is ook vermeld dat het Imam al-Boekharie een periode van 16 jaar heeft gekost om de overleveringen te verzamelen en de Sahieh te compileren. Imam al-Boekharie was toen slechts 23 jaar oud.

Voordat hij daadwerkelijk een hadieth in zijn compilatie plaatste, verrichtte hij al-ghoesl (de grote wassing) en bad hij twee vrijwillige gebedseenheden waarin hij Allah om leiding vroeg. Hij voltooide elke hadieth in de Rawdah van Masjid an-Nabawie (tussen het graf van de Profeet G en zijn preekstoel) en schreef de hadieth in de moskee. Pas nadat hij volledig tevreden was met een hadieth, gaf hij deze een plaats in zijn verzameling.

 

Classificatie methode

Imam al-Boekharie stelde voorwaarden waaraan alle overleveraars en getuigen in de overleveringsketen moesten voldoen voordat een hadieth in zijn boek werd opgenomen:

  1. Alle overleveraars in de keten moeten rechtvaardig zijn (‘adl).
  2. Alle overleveraars in de keten moeten een sterk geheugen hebben en alle geleerden van hadieth die een omvattend begrip hebben van de overleveringen, moeten het eens zijn over het vermogen van de overleveraars om te leren en te onthouden, inclusief hun wijze van overdracht.
  3. De overleveringsketen moet ononderbroken zijn.
  4. Het moet bekend zijn dat opeenvolgende overleveraars in de keten elkaar hebben ontmoet (dit is een extra voorwaarde die Imam al-Boekharie stelde).

 

An-Nawawi vertelt dat alle geleerden in de islam het erover eens zijn dat Sahieh al-Boekharie de status heeft verworven van het meest authentieke boek na de Koran. Sahieh al-Boekharie bestaat uit 7.563 overleveringen, inclusief de herhaalde overleveringen. Zonder herhalingen is het totale aantal ongeveer 2.600.

 

Studenten

In het jaar 250 NH., vestigde hij zich in Nisjapoer. Daar ontmoette hij Moeslim ibn Al-Hajjaaj, die als zijn leerling zou worden beschouwd en later de bekende hadieth-verzameling Sahieh Moeslim heeft verzameld.

 

Zijn dood

Politieke problemen en controverse brachten hem ertoe te verhuizen naar Khartank, een dorp in de buurt van Samarkand, waar hij kwam te overlijden in het jaar 256 NH.