Ṣaḥīḥ al-Bukhārī
صحيح البخاري
(2) Kitāb: Al-ʾĪmān (Geloof)
(٢) كتاب الإيمان
Hoofdstuk (9): De zoetheid van het geloof
(٩) باب حَلاَوَةِ الإِيمَانِ
Overgeleverd van Anas, dat de Profeet ﷺ zei: “Drie zaken: wie deze in zich heeft, zal de zoetheid van het geloof proeven: dat Allāh en Zijn Boodschapper hem geliefder zijn dan al het andere, dat hij iemand liefheeft enkel omwille van Allāh is, en dat hij er een afkeer van heeft om terug te keren naar ongeloof, net zoals hij er een afkeer van heeft om in het Vuur geworpen te worden.”
حَدَّثَنَا مُحَمَّدُ بْنُ الْمُثَنَّى، قَالَ حَدَّثَنَا عَبْدُ الْوَهَّابِ الثَّقَفِيُّ، قَالَ حَدَّثَنَا أَيُّوبُ، عَنْ أَبِي قِلاَبَةَ، عَنْ أَنَسٍ، عَنِ النَّبِيِّ صلى الله عليه وسلم قَالَ " ثَلاَثٌ مَنْ كُنَّ فِيهِ وَجَدَ حَلاَوَةَ الإِيمَانِ أَنْ يَكُونَ اللَّهُ وَرَسُولُهُ أَحَبَّ إِلَيْهِ مِمَّا سِوَاهُمَا، وَأَنْ يُحِبَّ الْمَرْءَ لاَ يُحِبُّهُ إِلاَّ لِلَّهِ، وَأَنْ يَكْرَهَ أَنْ يَعُودَ فِي الْكُفْرِ كَمَا يَكْرَهُ أَنْ يُقْذَفَ فِي النَّارِ ".