Ṣaḥīḥ al-Bukhārī
صحيح البخاري
(2) Kitāb: Al-ʾĪmān (Geloof)
(٢) كتاب الإيمان
Hoofdstuk (15): De mensen van geloof verschillen in rang op basis van daden
(١٥) باب تَفَاضُلِ أَهْلِ الإِيمَانِ فِي الأَعْمَالِ
Overgeleverd van Abū Saʿīd al-Khudrī h, dat de Profeet ﷺ zei: “De mensen van het Paradijs zullen het Paradijs binnengaan en de mensen van het Vuur zullen het Vuur binnengaan. Vervolgens zal Allāh, de Verhevene, zeggen: ‘Haal degene eruit die in zijn hart het gewicht van een mosterdzaadje aan geloof heeft.’ Zij worden er dan zwartgeblakerd uitgehaald en in de rivier van al-ḥayāʾ (de regen) – of de rivier van al-ḥayāt (het leven), hier twijfelde Malik over – geworpen. Daar zullen zij groeien zoals een zaadje aan de oever van een stroming ontkiemt. Zie je niet hoe het geel en kronkelig ontspruit?”
Wuhayb zei: “ʿAmr leverde over aan ons, dat het ‘de rivier van al-ḥayāt (het leven)’ is. En hij zei: ‘het gewicht van een mosterdzaadje aan goedheid.’”
حَدَّثَنَا إِسْمَاعِيلُ، قَالَ حَدَّثَنِي مَالِكٌ، عَنْ عَمْرِو بْنِ يَحْيَى الْمَازِنِيِّ، عَنْ أَبِيهِ، عَنْ أَبِي سَعِيدٍ الْخُدْرِيِّ، رضى الله عنه ـ عَنِ النَّبِيِّ صلى الله عليه وسلم قَالَ " يَدْخُلُ أَهْلُ الْجَنَّةِ الْجَنَّةَ، وَأَهْلُ النَّارِ النَّارَ، ثُمَّ يَقُولُ اللَّهُ تَعَالَى أَخْرِجُوا مَنْ كَانَ فِي قَلْبِهِ مِثْقَالُ حَبَّةٍ مِنْ خَرْدَلٍ مِنْ إِيمَانٍ. فَيُخْرَجُونَ مِنْهَا قَدِ اسْوَدُّوا فَيُلْقَوْنَ فِي نَهَرِ الْحَيَا ـ أَوِ الْحَيَاةِ، شَكَّ مَالِكٌ ـ فَيَنْبُتُونَ كَمَا تَنْبُتُ الْحِبَّةُ فِي جَانِبِ السَّيْلِ، أَلَمْ تَرَ أَنَّهَا تَخْرُجُ صَفْرَاءَ مُلْتَوِيَةً ". قَالَ وُهَيْبٌ حَدَّثَنَا عَمْرٌو " الْحَيَاةِ ". وَقَالَ " خَرْدَلٍ مِنْ خَيْرٍ ".