Ṣaḥīḥ al-Bukhārī
صحيح البخاري
(2) Kitāb: Al-ʾĪmān (Geloof)
(٢) كتاب الإيمان
Hoofdstuk (15): De mensen van geloof verschillen in rang op basis van daden
(١٥) باب تَفَاضُلِ أَهْلِ الإِيمَانِ فِي الأَعْمَالِ
Overgeleverd van Abū Saʿīd al-Khudrī, dat de Boodschapper van Allāh ﷺ zei: “Terwijl ik sliep, zag ik mensen aan mij voorbijgaan. Zij hadden hemden aan, die bij sommigen tot aan de borst reikten en bij anderen nog korter. Mij werd ʿUmar ibn al-Khaṭṭāb getoond, en hij droeg een hemd dat hij voortsleepte.” Men vroeg: “Hoe heeft u dit geïnterpreteerd, o Boodschapper van Allāh?” Hij antwoordde: “De religie.”
حَدَّثَنَا مُحَمَّدُ بْنُ عُبَيْدِ اللَّهِ، قَالَ حَدَّثَنَا إِبْرَاهِيمُ بْنُ سَعْدٍ، عَنْ صَالِحٍ، عَنِ ابْنِ شِهَابٍ، عَنْ أَبِي أُمَامَةَ بْنِ سَهْلٍ، أَنَّهُ سَمِعَ أَبَا سَعِيدٍ الْخُدْرِيَّ، يَقُولُ قَالَ رَسُولُ اللَّهِ صلى الله عليه وسلم " بَيْنَا أَنَا نَائِمٌ رَأَيْتُ النَّاسَ يُعْرَضُونَ عَلَىَّ، وَعَلَيْهِمْ قُمُصٌ مِنْهَا مَا يَبْلُغُ الثُّدِيَّ، وَمِنْهَا مَا دُونَ ذَلِكَ، وَعُرِضَ عَلَىَّ عُمَرُ بْنُ الْخَطَّابِ وَعَلَيْهِ قَمِيصٌ يَجُرُّهُ ". قَالُوا فَمَا أَوَّلْتَ ذَلِكَ يَا رَسُولَ اللَّهِ قَالَ " الدِّينَ ".