Ṣaḥīḥ al-Bukhārī
صحيح البخاري
(1) Kitāb: Begin van de Openbaring
(١) كتاب بدء الوحى
Hoofdstuk (3):
(٣) باب
Overgeleverd van Jābir ibn ʿAbdillāh al-ʾAnṣārī, hij zei – terwijl hij vertelde over de periode waarin de Openbaring onderbroken werd – in zijn overlevering (en citeerde de Profeet ﷺ): “Terwijl ik aan het lopen was, hoorde ik plots een geluid uit de hemel. Ik keek omhoog en daar was ineens de Engel die naar mij toe gekomen was in (de grot van) Ḥirāʾ, zittend op een stoel tussen de hemel en de aarde. Ik werd bang voor hem, dus ik keerde terug (naar huis) en zei: ‘Wikkel mij in (met kleding),’ waarop Allāh (Verheven is Hij) neerzond: {O jij die zich bedekt (met kleding). {1}}, tot aan Zijn Uitspraak: {En vermijd onreinheid. {5}} [74:1-4] Daarna werd de Openbaring intensiever, frequenter en opeenvolgend.”
قَالَ ابْنُ شِهَابٍ وَأَخْبَرَنِي أَبُو سَلَمَةَ بْنُ عَبْدِ الرَّحْمَنِ، أَنَّ جَابِرَ بْنَ عَبْدِ اللَّهِ الأَنْصَارِيَّ، قَالَ ـ وَهُوَ يُحَدِّثُ عَنْ فَتْرَةِ الْوَحْىِ، فَقَالَ ـ فِي حَدِيثِهِ " بَيْنَا أَنَا أَمْشِي، إِذْ سَمِعْتُ صَوْتًا، مِنَ السَّمَاءِ، فَرَفَعْتُ بَصَرِي فَإِذَا الْمَلَكُ الَّذِي جَاءَنِي بِحِرَاءٍ جَالِسٌ عَلَى كُرْسِيٍّ بَيْنَ السَّمَاءِ وَالأَرْضِ، فَرُعِبْتُ مِنْهُ، فَرَجَعْتُ فَقُلْتُ زَمِّلُونِي. فَأَنْزَلَ اللَّهُ تَعَالَى {يَا أَيُّهَا الْمُدَّثِّرُ * قُمْ فَأَنْذِرْ} إِلَى قَوْلِهِ {وَالرُّجْزَ فَاهْجُرْ} فَحَمِيَ الْوَحْىُ وَتَتَابَعَ ". تَابَعَهُ عَبْدُ اللَّهِ بْنُ يُوسُفَ وَأَبُو صَالِحٍ. وَتَابَعَهُ هِلاَلُ بْنُ رَدَّادٍ عَنِ الزُّهْرِيِّ. وَقَالَ يُونُسُ وَمَعْمَرٌ " بَوَادِرُهُ ".