Ṣaḥīḥ al-Bukhārī
صحيح البخاري
(2) Kitāb: Al-ʾĪmān (Geloof)
(٢) كتاب الإيمان
Hoofdstuk (39): De deugd van degene die zijn religie heeft gevrijwaard
(٣٩) باب فَضْلِ مَنِ اسْتَبْرَأَ لِدِينِهِ
Overgeleverd van an-Nuʿmān ibn Bashīr, dat hij de Boodschapper van Allāh ﷺ hoorde zeggen: “Het toegestane is duidelijk en het verboden is duidelijk, en tussen deze beide bevinden zich twijfelachtige zaken die veel mensen niet kennen. Wie zich dus verre houdt van de twijfelachtige zaken, heeft zijn religie en eer gevrijwaard. En wie zich inlaat met de twijfelachtige zaken, is als een herder die zijn kudde laat grazen rond een beschermd gebied – het is slechts een kwestie van tijd voordat hij erin terechtkomt. Weet dat elke koning een beschermd gebied heeft; en waarlijk, het beschermde gebied van Allāh op Zijn aarde zijn de zaken die Hij verboden heeft. Weet dat er in het lichaam een vleesklomp is: als het goed is, is het hele lichaam goed; en als het slecht is, is het hele lichaam slecht. Weet dat dit het hart is.”
حَدَّثَنَا أَبُو نُعَيْمٍ، حَدَّثَنَا زَكَرِيَّاءُ، عَنْ عَامِرٍ، قَالَ سَمِعْتُ النُّعْمَانَ بْنَ بَشِيرٍ، يَقُولُ سَمِعْتُ رَسُولَ اللَّهِ صلى الله عليه وسلم يَقُولُ " الْحَلاَلُ بَيِّنٌ وَالْحَرَامُ بَيِّنٌ، وَبَيْنَهُمَا مُشَبَّهَاتٌ لاَ يَعْلَمُهَا كَثِيرٌ مِنَ النَّاسِ، فَمَنِ اتَّقَى الْمُشَبَّهَاتِ اسْتَبْرَأَ لِدِيِنِهِ وَعِرْضِهِ، وَمَنْ وَقَعَ فِي الشُّبُهَاتِ كَرَاعٍ يَرْعَى حَوْلَ الْحِمَى، يُوشِكُ أَنْ يُوَاقِعَهُ. أَلاَ وَإِنَّ لِكُلِّ مَلِكٍ حِمًى، أَلاَ إِنَّ حِمَى اللَّهِ فِي أَرْضِهِ مَحَارِمُهُ، أَلاَ وَإِنَّ فِي الْجَسَدِ مُضْغَةً إِذَا صَلَحَتْ صَلَحَ الْجَسَدُ كُلُّهُ، وَإِذَا فَسَدَتْ فَسَدَ الْجَسَدُ كُلُّهُ. أَلاَ وَهِيَ الْقَلْبُ ".