Ṣaḥīḥ al-Bukhārī
صحيح البخاري
(80) Kitāb: Smeekbeden
(٨٠) كتاب الدعوات
Hoofdstuk (7): Wat men zegt als hij gaat slapen
(٧) باب مَا يَقُولُ إِذَا نَامَ
Al-Baraa ibn ‘Aazib heeft overgeleverd: "De profeet صلى الله عليه وسلم adviseerde een man en zei: “Als je naar bed gaat, zeg dan: ‘O Allaah, ik heb mijn ziel aan U overgegeven. En ik heb mijn zaak aan U toevertrouwd. En ik heb mijn gezicht naar U gewend. En ik heb mijn rug naar U geleund. Uit hoop op en angst voor U. Er is geen schuilplaats noch vluchtplek tegen U, behalve naar U toe. Ik geloof in Uw boek dat U heeft neergezonden, en in Uw profeet die u heeft gestuurd. Als je dan komt te overlijden, dan zal je overlijden op de Fitrah.”
حَدَّثَنَا سَعِيدُ بْنُ الرَّبِيعِ، وَمُحَمَّدُ بْنُ عَرْعَرَةَ، قَالاَ حَدَّثَنَا شُعْبَةُ، عَنْ أَبِي إِسْحَاقَ، سَمِعَ الْبَرَاءَ بْنَ عَازِبٍ، أَنَّ النَّبِيَّ صلى الله عليه وسلم أَمَرَ رَجُلاً. وَحَدَّثَنَا آدَمُ حَدَّثَنَا شُعْبَةُ حَدَّثَنَا أَبُو إِسْحَاقَ الْهَمْدَانِيُّ عَنِ الْبَرَاءِ بْنِ عَازِبٍ أَنَّ النَّبِيَّ صلى الله عليه وسلم أَوْصَى رَجُلاً فَقَالَ " إِذَا أَرَدْتَ مَضْجَعَكَ فَقُلِ اللَّهُمَّ أَسْلَمْتُ نَفْسِي إِلَيْكَ، وَفَوَّضْتُ أَمْرِي إِلَيْكَ، وَوَجَّهْتُ وَجْهِي إِلَيْكَ، وَأَلْجَأْتُ ظَهْرِي إِلَيْكَ، رَغْبَةً وَرَهْبَةً إِلَيْكَ، لاَ مَلْجَأَ وَلاَ مَنْجَا مِنْكَ إِلاَّ إِلَيْكَ، آمَنْتُ بِكِتَابِكَ الَّذِي أَنْزَلْتَ، وَبِنَبِيِّكَ الَّذِي أَرْسَلْتَ. فَإِنْ مُتَّ مُتَّ عَلَى الْفِطْرَةِ ".