Ṣaḥīḥ al-Bukhārī
صحيح البخاري
(80) Kitāb: Smeekbeden
(٨٠) كتاب الدعوات
Hoofdstuk (10): De smeekbede wanneer iemand in de nacht ontwaakt
(١٠) باب الدُّعَاءِ إِذَا انْتَبَهَ بِاللَّيْلِ
Ibn ‘Abbaas heeft overgeleverd: "Ik bracht een keer een nacht door bij Maymuna (m.a.w. zijn tante). De profeetصلى الله عليه وسلم stond op, deed zijn behoefte en waste daarna zijn gezicht en zijn handen. Vervolgens ging hij slapen, vervolgens werd hij wakker en ging toen naar de waterzak en opende deze. Vervolgens deed hij een middelmatige wodoe en gebruikte hij niet veel water daarbij, maar hij had wel alle lichaamsdelen voldoende gewassen. Daarna ging hij bidden, toen stond ik op en strekte ik me uit angst dat hij zou weten dat ik hem in de gaten hield. Toen deed ik wodoe, hij ging staan en bidden, en ik ging links van hem staan. Hij pakte mij toen bij m’n oor en draaide mij naar de andere kant. Zijn gebed voltooide hij met dertien raka’aat, daarna ging hij liggen en slapen totdat hij snurkte. Daarna lichtte Bilal hem in over het (aankomende) gebed, hij bad toen, deed geen wodoe en zei in zijn smeekbedes: “O Allaah, plaats in mijn hart licht, en in mijn zicht licht, en in mijn gehoor licht, rechts van mij licht, links van mij licht boven mij licht, onder mij licht, vóór mij licht, achter mij licht en maak (voor) mij licht.”
حَدَّثَنَا عَلِيُّ بْنُ عَبْدِ اللَّهِ، حَدَّثَنَا ابْنُ مَهْدِيٍّ، عَنْ سُفْيَانَ، عَنْ سَلَمَةَ، عَنْ كُرَيْبٍ، عَنِ ابْنِ عَبَّاسٍ ـ رضى الله عنهما ـ قَالَ بِتُّ عِنْدَ مَيْمُونَةَ فَقَامَ النَّبِيُّ صلى الله عليه وسلم فَأَتَى حَاجَتَهُ، غَسَلَ وَجْهَهُ وَيَدَيْهِ، ثُمَّ نَامَ، ثُمَّ قَامَ فَأَتَى الْقِرْبَةَ فَأَطْلَقَ شِنَاقَهَا، ثُمَّ تَوَضَّأَ وُضُوءًا بَيْنَ وُضُوءَيْنِ لَمْ يُكْثِرْ، وَقَدْ أَبْلَغَ، فَصَلَّى، فَقُمْتُ فَتَمَطَّيْتُ كَرَاهِيَةَ أَنْ يَرَى أَنِّي كُنْتُ أَتَّقِيهِ، فَتَوَضَّأْتُ، فَقَامَ يُصَلِّي، فَقُمْتُ عَنْ يَسَارِهِ، فَأَخَذَ بِأُذُنِي فَأَدَارَنِي عَنْ يَمِينِهِ، فَتَتَامَّتْ صَلاَتُهُ ثَلاَثَ عَشْرَةَ رَكْعَةً ثُمَّ اضْطَجَعَ فَنَامَ حَتَّى نَفَخَ ـ وَكَانَ إِذَا نَامَ نَفَخَ ـ فَآذَنَهُ بِلاَلٌ بِالصَّلاَةِ، فَصَلَّى وَلَمْ يَتَوَضَّأْ، وَكَانَ يَقُولُ فِي دُعَائِهِ " اللَّهُمَّ اجْعَلْ فِي قَلْبِي نُورًا، وَفِي بَصَرِي نُورًا، وَفِي سَمْعِي نُورًا، وَعَنْ يَمِينِي نُورًا، وَعَنْ يَسَارِي نُورًا، وَفَوْقِي نُورًا، وَتَحْتِي نُورًا، وَأَمَامِي نُورًا، وَخَلْفِي نُورًا، وَاجْعَلْ لِي نُورًا ". قَالَ كُرَيْبٌ وَسَبْعٌ فِي التَّابُوتِ. فَلَقِيتُ رَجُلاً مِنْ وَلَدِ الْعَبَّاسِ فَحَدَّثَنِي بِهِنَّ، فَذَكَرَ عَصَبِي وَلَحْمِي وَدَمِي وَشَعَرِي وَبَشَرِي، وَذَكَرَ خَصْلَتَيْنِ.