Ṣaḥīḥ al-Bukhārī

صحيح البخاري

(80) Kitāb: Smeekbeden

(٨٠) كتاب الدعوات

Hoofdstuk (31): Smeekbedes van zegeningen voor kinderen en het aaien over hun hoofden

(٣١) باب الدُّعَاءِ لِلصِّبْيَانِ بِالْبَرَكَةِ وَمَسْحِ رُءُوسِهِمْ

Abu ‘Aqiel zei: "Dat zijn opa ‘Abdullah ibn Hisham hem van of naar de markt bracht en voedsel kocht. Hij kwam vervolgens Ibn az-Zubayr en ibn ‘Umar tegen, zij zeiden toen: ‘Laat ons jouw partners zijn (in het voedsel dat je hebt gekocht), want de profeet صلى الله عليه وسلم heeft smeekbedes van zegeningen voor jou gedaan.’ Het kwam dan wel eens voor dat hij de volledige lading van een kameel verdiende. Die stuurde hij dan naar huis."

حَدَّثَنَا عَبْدُ اللَّهِ بْنُ يُوسُفَ، حَدَّثَنَا ابْنُ وَهْبٍ، حَدَّثَنَا سَعِيدُ بْنُ أَبِي أَيُّوبَ، عَنْ أَبِي عَقِيلٍ، أَنَّهُ كَانَ يَخْرُجُ بِهِ جَدُّهُ عَبْدُ اللَّهِ بْنُ هِشَامٍ مِنَ السُّوقِ أَوْ إِلَى السُّوقِ فَيَشْتَرِي الطَّعَامَ، فَيَلْقَاهُ ابْنُ الزُّبَيْرِ وَابْنُ عُمَرَ فَيَقُولاَنِ أَشْرِكْنَا فَإِنَّ النَّبِيَّ صلى الله عليه وسلم قَدْ دَعَا لَكَ بِالْبَرَكَةِ‏.‏ فَرُبَّمَا أَصَابَ الرَّاحِلَةَ كَمَا هِيَ، فَيَبْعَثُ بِهَا إِلَى الْمَنْزِلِ‏.‏

Referentie:
Kitāb: 80, Hadith: 6353