Ṣaḥīḥ al-Bukhārī

صحيح البخاري

(80) Kitāb: Smeekbeden

(٨٠) كتاب الدعوات

Hoofdstuk (37): Toevlucht zoeken tegen de bestraffing van het graf

(٣٧) باب التَّعَوُّذِ مِنْ عَذَابِ الْقَبْرِ

‘Aisha zei: “Twee oude vrouwen van de joden van al-Madinah kwamen bij mij binnen, ze zeiden tegen mij: ‘Voorzeker, de bewoners van het graf worden bestraft in hun graven.’ Ik geloofde hen niet en ik kon hen niet goed geloven. Zij vertrokken en de profeet صلى الله عليه وسلم kwam toen bij me binnen. Ik zei tegen hem: ‘O boodschapper van Allaah, twee oude vrouwen…’ En ik vertelde hem erover. Toen zei hij: ‘Ze hebben de waarheid gesproken: ze worden gestraft in hun graven met een bestraffing die alle dieren kunnen horen.’ Sindsdien zag ik hem in elk gebed toevlucht zoeken tegen de bestraffing van het graf.”

حَدَّثَنَا عُثْمَانُ بْنُ أَبِي شَيْبَةَ، حَدَّثَنَا جَرِيرٌ، عَنْ مَنْصُورٍ، عَنْ أَبِي وَائِلٍ، عَنْ مَسْرُوقٍ، عَنْ عَائِشَةَ، قَالَتْ دَخَلَتْ عَلَىَّ عَجُوزَانِ مِنْ عُجُزِ يَهُودِ الْمَدِينَةِ فَقَالَتَا لِي إِنَّ أَهْلَ الْقُبُورِ يُعَذَّبُونَ فِي قُبُورِهِمْ، فَكَذَّبْتُهُمَا، وَلَمْ أُنْعِمْ أَنْ أُصَدِّقَهُمَا، فَخَرَجَتَا وَدَخَلَ عَلَىَّ النَّبِيُّ صلى الله عليه وسلم فَقُلْتُ لَهُ يَا رَسُولَ اللَّهِ إِنَّ عَجُوزَيْنِ وَذَكَرْتُ لَهُ، فَقَالَ ‏"‏ صَدَقَتَا، إِنَّهُمْ يُعَذَّبُونَ عَذَابًا تَسْمَعُهُ الْبَهَائِمُ كُلُّهَا ‏"‏‏.‏ فَمَا رَأَيْتُهُ بَعْدُ فِي صَلاَةٍ إِلاَّ تَعَوَّذَ مِنْ عَذَابِ الْقَبْرِ‏.‏

Referentie:
Kitāb: 80, Hadith: 6366