Ṣaḥīḥ al-Bukhārī
صحيح البخاري
(92) Kitāb: De Beproevingen
(٩٢) كتاب الفتن
Hoofdstuk (7): De Profeet ﷺ zei: “Wie de wapens tegen ons opneemt, behoort niet tot ons.”
(٧) باب قَوْلِ النَّبِيِّ صلى الله عليه وسلم " مَنْ حَمَلَ عَلَيْنَا السِّلاَحَ فَلَيْسَ مِنَّا "
Overgeleverd van Abū Mūsā, van de Profeet ﷺ, hij zei: “Wanneer iemand van jullie in onze moskee of markt loopt en hij heeft pijlen bij zich, laat hem deze dan bij de pijlpunten vastpakken.” Of hij zei: “... Laat hem deze dan vastpakken met zijn hand, opdat hij niemand van de moslims ermee raakt.”
حَدَّثَنَا مُحَمَّدُ بْنُ الْعَلاَءِ، حَدَّثَنَا أَبُو أُسَامَةَ، عَنْ بُرَيْدٍ، عَنْ أَبِي بُرْدَةَ، عَنْ أَبِي مُوسَى، عَنِ النَّبِيِّ صلى الله عليه وسلم قَالَ " إِذَا مَرَّ أَحَدُكُمْ فِي مَسْجِدِنَا أَوْ فِي سُوقِنَا وَمَعَهُ نَبْلٌ فَلْيُمْسِكْ عَلَى نِصَالِهَا ـ أَوْ قَالَ فَلْيَقْبِضْ بِكَفِّهِ ـ أَنْ يُصِيبَ أَحَدًا مِنَ الْمُسْلِمِينَ مِنْهَا شَىْءٌ ".