Ṣaḥīḥ al-Bukhārī

صحيح البخاري

(97) Kitāb: At-Tawḥīd (Monotheïsme)

(٩٧) كتاب التوحيد

Hoofdstuk (1): De Profeet roept zijn natie op naar de Tawḥīd van Allāh

(١) باب مَا جَاءَ فِي دُعَاءِ النَّبِيِّ صلى الله عليه وسلم أُمَّتَهُ إِلَى تَوْحِيدِ اللَّهِ تَبَارَكَ وَتَعَالَى

Overgeleverd van Ibn ʿAbbās, hij zei: “Toen de Profeet Muʿādh naar Jemen stuurde, zei hij tegen hem: ‘Voorwaar, je gaat naar een volk van de mensen van het Boek, dus het eerste waar je hen naar uitnodigt, dient te zijn dat ze Allāh uitzonderen. Wanneer ze dat weten, bericht hen dan dat Allāh vijf gebeden voor hen verplicht heeft gesteld gedurende hun dag en hun nacht. Wanneer ze vervolgens het gebed verrichten, bericht hen dan dat Allāh Zakāh voor hen verplicht heeft gesteld met betrekking tot hun bezittingen, dat genomen wordt van de rijken onder hen en gegeven wordt aan de armen onder hen. Wanneer ze dat accepteren, neem dan [de Zakāh] van hen, en vermijd de waardevolle eigendommen van de mensen.’”

وَحَدَّثَنِي عَبْدُ اللَّهِ بْنُ أَبِي الأَسْوَدِ، حَدَّثَنَا الْفَضْلُ بْنُ الْعَلاَءِ، حَدَّثَنَا إِسْمَاعِيلُ بْنُ أُمَيَّةَ، عَنْ يَحْيَى بْنِ عَبْدِ اللَّهِ بْنِ مُحَمَّدِ بْنِ صَيْفِيٍّ، أَنَّهُ سَمِعَ أَبَا مَعْبَدٍ، مَوْلَى ابْنِ عَبَّاسٍ يَقُولُ سَمِعْتُ ابْنَ عَبَّاسٍ، يَقُولُ لَمَّا بَعَثَ النَّبِيُّ صلى الله عليه وسلم مُعَاذًا نَحْوَ الْيَمَنِ قَالَ لَهُ ‏"‏ إِنَّكَ تَقْدَمُ عَلَى قَوْمٍ مِنْ أَهْلِ الْكِتَابِ فَلْيَكُنْ أَوَّلَ مَا تَدْعُوهُمْ إِلَى أَنْ يُوَحِّدُوا اللَّهَ تَعَالَى فَإِذَا عَرَفُوا ذَلِكَ فَأَخْبِرْهُمْ أَنَّ اللَّهَ فَرَضَ عَلَيْهِمْ خَمْسَ صَلَوَاتٍ فِي يَوْمِهِمْ وَلَيْلَتِهِمْ، فَإِذَا صَلُّوا فَأَخْبِرْهُمْ أَنَّ اللَّهَ افْتَرَضَ عَلَيْهِمْ زَكَاةً فِي أَمْوَالِهِمْ تُؤْخَذُ مِنْ غَنِيِّهِمْ فَتُرَدُّ عَلَى فَقِيرِهِمْ، فَإِذَا أَقَرُّوا بِذَلِكَ فَخُذْ مِنْهُمْ وَتَوَقَّ كَرَائِمَ أَمْوَالِ النَّاسِ ‏"‏‏.‏

Referentie:
Kitāb: 97, Hadith: 7372