Ṣaḥīḥ al-Bukhārī
صحيح البخاري
(97) Kitāb: At-Tawḥīd (Monotheïsme)
(٩٧) كتاب التوحيد
Hoofdstuk (13): Allāh vragen met Zijn Namen en het zoeken van toevlucht ermee
(١٣) باب السُّؤَالِ بِأَسْمَاءِ اللَّهِ تَعَالَى، وَالاِسْتِعَاذَةِ بِهَا
Overgeleverd van Jundub dat hij getuige was van de Profeet ﷺ op de Dag van het Slachten (Yawm an-Naḥr, d.w.z. het offerfeest): de Profeet (ﷺ) verrichte het gebed en hield daarna de preek, waarin hij zei: ‘Wie geslacht heeft vóórdat hij gebeden heeft, dient in plaats daarvan een ander [dier] te slachten. En wie nog niet geslacht heeft, dient te slachten in de Naam van Allāh.’”
حَدَّثَنَا حَفْصُ بْنُ عُمَرَ، حَدَّثَنَا شُعْبَةُ، عَنِ الأَسْوَدِ بْنِ قَيْسٍ، عَنْ جُنْدَبٍ، أَنَّهُ شَهِدَ النَّبِيَّ صلى الله عليه وسلم يَوْمَ النَّحْرِ صَلَّى ثُمَّ خَطَبَ فَقَالَ " مَنْ ذَبَحَ قَبْلَ أَنْ يُصَلِّيَ فَلْيَذْبَحْ مَكَانَهَا أُخْرَى، وَمَنْ لَمْ يَذْبَحْ فَلْيَذْبَحْ بِاسْمِ اللَّهِ ".