Ṣaḥīḥ al-Bukhārī

صحيح البخاري

(97) Kitāb: At-Tawḥīd (Monotheïsme)

(٩٧) كتاب التوحيد

Hoofdstuk (22): {En Zijn Troon bevond zich op het water.} [11:17] {En Hij is de Eigenaar van de Geweldige Troon. {129}} [9:129]

(٢٢) بَابُ: <a href="https://quran.com/11/7-7">{وَكَانَ عَرْشُهُ عَلَى الْمَاءِ}، {وَهُوَ رَبُّ الْعَرْشِ الْعَظِيمِ}</a>

Overgeleverd van Anas ibn Mālik h, die zei: “Het vers over de Ḥijāb (sluier) daalde neer met betrekking tot Zaynab bint Jaḥsh. De Profeet () hield op die dag (d.w.z. van het huwelijk) voor haar een huwelijksmaal van brood en vlees. En ze was gewoon om op te scheppen tegenover de vrouwen van de Profeet en te zeggen: ‘Voorwaar, Allāh heeft mij uitgehuwelijkt (aan de Profeet) van boven de hemel.’”

حَدَّثَنَا خَلاَّدُ بْنُ يَحْيَى، حَدَّثَنَا عِيسَى بْنُ طَهْمَانَ، قَالَ سَمِعْتُ أَنَسَ بْنَ مَالِكٍ ـ رضى الله عنه ـ يَقُولُ نَزَلَتْ آيَةُ الْحِجَابِ فِي زَيْنَبَ بِنْتِ جَحْشٍ وَأَطْعَمَ عَلَيْهَا يَوْمَئِذٍ خُبْزًا وَلَحْمًا وَكَانَتْ تَفْخَرُ عَلَى نِسَاءِ النَّبِيِّ صلى الله عليه وسلم وَكَانَتْ تَقُولُ إِنَّ اللَّهَ أَنْكَحَنِي فِي السَّمَاءِ‏.‏

Referentie:
Kitāb: 97, Hadith: 7421